Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.281  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

De vrouw stierf reeds in februari 1744 in haar huis op de Spick. Het was hun zoon Hendrick, die zonder naaste bloedverwanten, dit erfdeel doorgaf aan Joes Cox, kleinzoon van Adriaen 34).

GERARD LINSSEN
Op Jezuïeter-Spick volgden de pachters elkaar op. Na het vertrek van schepen Thomassen ging Gerard Linssen uit Neer als pachter op de bouwhof wonen. In Neer heeft hij voorheen geboerd op de hoeve Wijngarten. Hij was vandaar vertrokken met een achterstallige pachtschuld. Zijn zoons Hendrick en Jacob waren al snel bij een straatruzie betrokken. Ook hier was de nieuwe halfman op de jezuïeter hof traag met betalen. In 1707 had hij nog een rekening openstaan bij Weyers, stoffenhandelaar in de stad. Linssen had aanvankelijk volstaan door eerst 10 schellingen te betalen en toen nog met de levering van 1 malder boekweit en 1 malder rogge, maar dat was niet voldoende. De winkelier werd ongeduldig. Nadat de boer was aangemaand zijn schuld te voldoen, was Linssen wel gedwongen uit de graanschuur spelt, boekweit en haspelgoed te verkopen, om de rekening te kunnen betalen 35).
In 1710 had Gerard Linssen de boerderij al verlaten, waarna vermoedelijk een van de vier erfgenamen van de kleine Spick de halfpacht op de jezuïeter hof had overgenomen. In dat jaar beleenden de paters voor 500 pattacons bij griffier de Winckel hun bouwhof met de landerijen, weiden, broek en beemden onder desen gerichte ende klockenslagh gelegen op de Spick. Een jaar later volgde eenzelfde belening. Het klooster was duidelijk in geldzorgen geraakt wegens de buitengewone schattingen en contributies in deze slechte en bedruckte oorloghstijden. Voor en na waren de paters zelfs gedwongen enkele akkers te verkopen. In 1660 had de sociëteit van Jezus aan Maasniel 150 rijksdaalders geleend en in 1740 nog eens 200 pattacons. Beide schulden had de gemeente in 1800 nog niet afbetaald 36).
Huis en hof met boomgaard werden in 1723 gemeten op 668 roeden [A]. Nog twee andere boomgaarden waren op de Spick gelegen, samen 6 morgen groot.

(kaart 65) Aan de overkant van de veeweg lagen 13 bunder bos, weide en broekland. Op het Kerkeveld nog eens 8 bunder akkerland. De Spickerbos was 11 bunder groot [F+G]. Alles bij elkaar telde de Jezuïeter-Spick 44 bunder en was daarmee een van de grootste pachtboerderijen in de gemeente.

SLABBERS
Vanaf 1723 had Willem Slabbers de halfpacht op de Spick overgenomen. Hij woonde in het begin van de 18e eeuw in het huis van zijn schoonmoeder naast de pastorie. Nog voor 1710 trouwde hij met Helena Clercx (1682-1739), dochter van wijlen Peter Jansen en Lysbeth Peters. Haar vader was een zoon van Jan Mertens, tot ongeveer 1680 pachter op Claessenshof in de Straat*. Via hem is het huis in het dorp in de familie gekomen. Lysbeth was een dochter van Peter van Roosteren en Mercken Peters, pachters op Thuserhof* onder Asenray.
Uit meerdere overdrachten van akkerland blijkt Willem Slabbers enig overgebleven kind te zijn uit het eerste huwelijk van Jacob Slabbers en Elisabeth Willems. Ook zijn vader heeft (tijdelijk) als halfwinner de kost verdiend, samen met zijn tweede vrouw, Methien Crompvoets. Maar na vijf jaar verliet hij Cornelishof alweer en verhuisde naar zijn huis te Leeuwen. Willems halfzuster Elisabeth Slabbers trouwde met Stoffer Janssen. Zij hebben jarenlang als pachters op De Thooren gewoond. Willem erfde van zijn vader o.a. het huis aan het Luttelveld te Leeuwen. De woning was met enkele leningen bezwaard. Hij verkocht huis, hof en schuur aan Borghs halfer Thijs Willems*. Via Willems vader komen we terecht op Melickerholt onder Swalmen, en zijn moeder was een kleindochter van Thissen* op de Wijer.
Tot 1723 bleef hij in het huis van zijn schoonmoeder wonen. Huis, hof en moestuin waren belast met een jaarlijkse cijns van twee kapoenen. Buiten zijn eigen akkertje zal hij toen ook wel ander land in pacht hebben genomen. Uit zijn huwelijk met Helena Clercx, alias Jansen, zijn zeven kinderen bekend. De zoons Jacob en Peter werden naar de beide grootvaders genoemd.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.281  

Eerste  Vorige  276 277 278 279 280 281 282 283 284 285   Volgende  Laatste