Lourdes-Maria achter brandende kaarsjes in Maasniel

Ingeklemd tussen de Raadhuisstraat en de Beekweg in Maasniel, nabij de Ronkenstraat, staat stil verscholen tussen de buizen het lieflijke kapelletje dat is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Het gebouwtje staat maar net vrij, met de rechter zijmuur raakt bet heilige huisje bijna het ernaast gelegen pand.
Het Maria huisje is opgetrokken in rode baksteen, terwijl bepaalde bouwonderdelen met wit beton zijn geaccentueerd. Vier kleine steunberen sieren de buitenmuren. De kapel wordt bekroond door een zadeldak met platte, terracotta pannen, terwijl onder de dakgoot decoratief metselwerk is aangebracht. Op de geveltop staat een zwart geschilderd, ijzeren kruis dat uitbundig gedecoreerd is met sierlijke krullen. De spitsboogvormige opening aan de voorzijde wordt afgesloten door een bruingeschilderde, houten deur. Deze bezit vier lancetramen die aan de bovenzijde eindigen in de vorm van een driepas. Boven de deuropening bevinden zich vensters in de vormen van een vierpas en twee driepassen. Een opvallend detail vormt de kleine opening van het offerblokje naast de deur.
Het interieur is wit gepleisterd en bezit sierlijke vloertegels. Twee trekstangen lopen overdwars van de ene naar de andere zijmuur. In beide muren zit bovendien een klein spitsboogvormig raam. Tegen de achterwand bevindt zich een wit gepleisterd altaar met een verhoging waarop een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes is geplaatst. Op beide treden van het altaar liggen gehaakte kleedjes ter decoratie, terwijl achter bet Mariabeeld een blauwfluwelen gordijntje aan een roede hangt. Op de onderste trede staat een ijzeren standaard met vijf brandende kaarsen, die elke dag worden aangestoken door de verzorgster van de kapel. Voor het altaar bevindt zich een houten bidstoel.
Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes herinnert aan Maria's verschijning in 1858 aan de veertienjarige Bernadette Soubirous, dochter van een arme molenaar. Het jonge meisje kreeg volgens de legende achttien keer een visioen van een in bet wit geklede vrouwengestalte, die zich op 15 maart van dat jaar bekent maakte als de "Onbevlekte Ontvangenis". Volgens de overlevering werd het Mariahuisje op initiatief van buurtbewoners in 1880 opgericht, omdat zij behoefte hadden aan een rustplaats om te bidden. De inwoners van Maasniel zouden de Mariakapel zelf hebben ontworpen en bekostigd. In de eerste decennia na de bouw speelde het bedehuisje dan ook een belangrijke rol in de devotiebeleving van de omwonenden. Mensen kwamen er om te bidden, een kaarsje aan te steken en Maria om hulp te vragen of te danken. Bovendien werden regelmatig processies naar de kapel georganiseerd. Voor deze gelegenheid werd het bouwwerk dan feestelijk aangekleed met vlaggen en bloemen.
In 1982 werd het Maria huisje volledig gerestaureerd op initiatief van de Stichting Neel Laef. Dit was dringend nodig omdat de kapel ernstig was verwaarloosd. Ter gelegenheid van de afronding van deze restauratie werd op zaterdag 12 juni van dat jaar het devotiebeeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, onder begeleiding van muziek en zang, vanuit de parochiekerk Sint-Laurentius naar de Mariakapel overgebracht. Daar aangekomen werd het in oude luister herstelde bedehuisje opnieuw ingewijd door pastoor N. Schlangen.

Bron: Heyligen Huyskens, Kapellen langs velden en wegen in Limburg