Molens in Maasniel: Maasniel, Leeuwen, Donderberg, Asenray, de molen van de voogd

De windmolen van de Voogd

Gezicht op Roermond en de nieuwe weg naar Venlo uit ±1840 met de windmolen van de Voogd. Pentekening Gemeente Museum Roermond. ReproduktieHennie Retra, Roermond

De Heer van Roermond werd aangeduid met de titel Voogd. Nadat zijn windmolen in 1577 door de Staatse troepen in een gevecht met de bezetters van de stad werd vernield, werd hij in rustiger tijden herbouwd. De gesloten standaardmolen stond later in Roermond vlakbij de vroegere gemeentegrens met Maasniel aan de weg naar Swalmen.

Aanvankelijk lag er op de molen een koppel stenen. De inrichting met een koppel stenen werd met een gewerf(f) aangeduid. Dit koppel stenen lag zoals gebruikelijk ongeveer in het midden van de tweede zolder op de zware draag- of steenbalk, waarop de gehele draaibare bovenbouw rust of hangt. In 1703 werd een tweede gewerf aangebracht . Dit tweede koppel stenen werd op de maalzolder achter de standaard tegen de borst gelegd en wordt de achtermolen genoemd.
In het begin van de 19de eeuw was de molen eigendom van de Belgische baron Auguste Joseph Ghislain d'Overschie de Neeryssche, rentenier in Brussel. Hij verkocht de standaard­molen op 14 januari 1843, akte verleden voor notaris F.W. Milliard, aan Robert Magnée, grondeigenaar en burgemeester van Horn. De molen met weiland, gesitueerd aan de grote weg Roermond-Venlo,kwam daarna in een vennootschap en werd in 1853 openbaar verkocht. De akte van 19 januari, eveneens verleden voor notaris Felix Willem Milliard in Roermond, vermeldt als comparanten: Robert Magnée; Theodoor van de Winkel; Anna Elisabeth Buyssen, echtge­note van Pieter Willem Dahmen molenaar te Roermond, in eerste huwelijk weduwe van Hendrik Wackers; Willem of Guillaume en Jacob Burghoff; Willem en Hendrik (Jr.) Wackers. Deze namen zullen nog regelmatig ter sprake komen . De molen werd gekocht door Willem Lamerichs, molenaar in Roermond. In 1869 brandde hij af.

Bron: De Molens van Limburg door P.W.E.A. van Bussel