Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.83  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Hij kwam dus niet van de Reytshof uit Asenray. Verderop woonde Jan Geurtsen, meestal Jan van Halen genoemd.
De roepnaam was afgeleid van de (officiële) doopnaam. Maar het kon gebeuren dat de kleine Hubert als Lambert trouwde en met de naam Albert het graf in ging. Zo kon Giel onder de bescherming van Michael gedoopt zijn, maar naderhand als Wilhelmus te boek staan als vader van zijn kinderen. En Jan-Baptist kon dan Ties genoemd worden om zodoende als Mathijs in de bevolkingsregisters terecht te komen. Toen de pastoor het zelf ook niet meer wist, of de moeder Margaretha dan wel Gertrudis heette, noemde hij haar net als iedereen Giertgen.
In de 18e eeuw lagen de familienamen vast. De kerkregisters vanaf 1733 laten dat duidelijk zien. Alleen de schrijfwijze kon nog veranderen, naar gelang de uitspraak. Willems werd Wullms, Cuypers noemde zich voortaan CUppers en die van Gerets heetten voortaan Geraerdts. Die van Aelen werden Olen genoemd. Wat Napoleon in een wet liet vastleggen, was hier niet nieuw meer, maar eigenlijk al gewoonte. Tenminste in de officiële stukken.

BIJNAMEN
De nabers zelf hadden een eigen manier, om mensen te benoemen. Soms uit pure noodzaak. Jan Janssen op Gasthuishof was een naamgenoot van de boer op de Heystert. Dan was er nog Jan Janssen aan het valderen. Dat werd dan Jan aen falder en later: Jan aen het vheer! Maar veerman is hij nooit geweest. Pachters werden genoemd naar de boerderij waarop zij woonden, zoals Thijs op den Wijer (=Thissen van der Heyden) en Geret op den Borg (=Geret van Besel), stamvaders van de families Thissen en Geraerdts. Swaerte Reynke was boer op Gasthuishof. Het is ook duidelijk waar Goert op gen Broeck en Jochim opt Mailt (=Joachim Vossen) woonden. Arnoldus Thuserjans, was een zoon van de boer op de Carthuyserhoff te Asenray.
Mere in den Bongert woonde inderdaad temidden van vele fruitbomen nabij de kerk. Met Neulke van Besell, alias Neulke opt Schaedtbroeck, werd haar tante Neulke Nelissen bedoeld, de weduwe Aelen.

In 1702 stierf Deryck Jansen, alias 't Menneken. Een halve eeuw daarvoor woonde hier Peter Janssen, alias de Vliech.
Peter den pleysteraer was metselaar van beroep, waarschijnlijk dezelfde als Peter van Asenray. En Hendrick Daemen, alias laplender, was waarschijnlijk timmerman van beroep. Ook in Asenray: 't lang Thysken. Daar woonde ook Toubax This en de herbergier Fedderhenske. Ook 't Heerke had toen in Leeuwen een herberg laten timmeren aan de beek. Driehonderd jaar later nog steeds Mijnheerkens geheten. En bij de langhe Lysbeth, kon men in Leeuwen eveneens voor bier terecht. Zij was weduwe van Hendrick Paulissen, alias Hendrick op't Sandt. In de herbergen werd veel muziek gemaakt. Begin 17e eeuw werd daarvoor o.a. Nelis den speelman aangetrokken. Later was dat Speul Geerken.
Het Custerken woonde in 1760 naast de kerk. Kelder Jan en de Wanlappersvrouw werden toen bedeeld uit de armenkas. Grittjens Claes was een naamgenoot van zijn neef aan de Thooren; beiden genoemd naar hun grootvader Claes Sillen, zoon van Syl Krompvoets, alias Syl in den Quack te Swalmen. Ook Sefkens Gelis werd zo genoemd naar zijn vrouw Josepha, om hem niet te verwarren met zijn neef Gelis Aelen op de Mouthagen. Hendrick Reulen werd aanvankelijk ook naar zijn vrouw Jennen Hendrick genoemd. Jannemans Joost was een zoon van Jan Hansen. Thijs Arets werd naar zijn moeder Beelkens Thijs genoemd, zoals met Bertten Thysken eigenlijk Thijs Hansen werd bedoeld. Maar Om- melen Jan konden we niet thuisbrengen. Maar van het Hermen-Enckens-valderen wisten we direct, dat het valhek genoemd werd naar de herberg van de weduwe Geraedts.
Allen waren zij onderdanen van "der man over die heyde". Zo werd de vrijheer betiteld, wanneer het beter was om hem niet met name te noemen en woorden slechts gefluisterd werden.
Toch gaat het hier niet zozeer om die oude namen, maar willen we nagaan hoe de mensen in die tijd leefden in Maasniel.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.83  

Eerste  Vorige  78 79 80 81 82 83 84 85 86 87   Volgende  Laatste