Hij trouwde achtereenvolgens met Aldegonda Smeets, Jacomina Hendrikx en Maria Christina Essers. Vier kinderen werden bij zijn overlijden genoemd: de zoons Peter en Jan-Willem en de dochters Catharina en Gertrudis. De nalatenschap bestond uit bijna 25 ha. aan akkers, grasland en heide. Verder de boerderij en nog twee huizen, tesamen nog eens ongeveer 40 are.
Dochter Margaretha Cox trouwde in 1804 met Gelis Wulms. Aanvankelijk woonde het echtpaar eveneens in Melick (aan het Broek), maar verhuisde naderhand naar de Thuserhof* in Asenray, waar Gelis geboren was. Met de overige vier kinderen gaan we hier verder.
1. ADRIAAN COX
Adriaan Cox werd in december 1781 te Herkenbosch geboren. Daarna verhuisden zijn ouders terug naar Asenray. In mei 1814 trouwde hij met zijn achternicht Margaretha Cox (1792-1868), dochter van Christiaan Cox en Johanna Wijnen op Gasthuishof. Voor dit huwelijk verkregen zij dispensatie. Het echtpaar kreeg tussen 1815 en 1828 acht kinderen.
Maar nog voor de geboorte van de jongste stierf Adriaan in november 1827. Hoewel de verdeling van het Schuttekempke eerst na zijn dood plaats vond, staan in de Kadastrale Leggers van Maasniel toch enkele percelen aldaar op zijn naam (p.187/191), totaal 43.20 are, onderverdeeld in een huisplaats met weiland, akkers en bos. Pas in 1861 gingen zijn kinderen (met toestemming van de bijna 70-jarige weduwe) tot de verdeling hiervan over. Zoon Christiaan (1821-1888) kreeg hiervan aanvankelijk 13.30 are, waartoe ook de "nieuwe" woning, en later, in 1885, nog het deel van zijn broer Hendrik (1819-1861), te weten 4.45 are.
Christiaan trouwde in april 1852 met Anna Catharina Geurts (1822-1859), dochter van Laurens Geurts en Gertrudis Reynders. Hij woonde met zijn gezin in zijn huis (p.188) met schuur, stal, erf en moestuin. Hij had tevens nog enkele akkers elders in Asenray. Na zijn dood gingen de goederen over op zoon Hendrik (1 855), sinds september 1886 getrouwd met zijn achternicht Anna
Catharina Smeets ("1862) van Cornelishof, dochter van Hubert Smeets en Elisabeth Cox. (zie onder 4.) |
Hij bezat in totaal ruim 45 are aldaar, waarvan een akker (p.193) afkomstig was van zijn oom Herman Cox, hem in 1876 toegevallen. Het echtpaar kreeg acht kinderen. Broer Johannes Cox woonde bij hen in.
Een ander deel uit de nalatenschap van Adriaan Cox, groot 4.80 are (deel van p.187/189), ging in 1861 over op dochter Elisabeth (1825-1877), sinds augustus 1858 gehuwd met Jacob Heumen (18321892). Deze hertrouwde later met Cornelia Telders (1846-1895). Ook zij woonden op het voormalige Schuttekempke in hun woning, gedeeld met Hendrik Cox, die alles in 1896 terugkocht van de voor-zoon uit eerste huwelijk: Adriaan Heumen. Nu had hij een halve hectare op het Schuttekempke weer op zijn naam staan. Begin 20e eeuw kocht hij ook nog de Rijterhof*.
Het derde erfdeel ging in 1861 grotendeels (p.190/191) over op Maria Cox (18231884), sinds oktober 1851 gehuwd met Willem Geraedts (1823-1876) uit Swalmen. Zij bouwden daar hun huis met stal. In 1890 woonde daar hun zoon Gerard (1 862), evenals zijn vader timmerman van beroep. Zijn broer Willem Geraedts was getrouwd met Cornelia Evers van Thuserhof. Daar was hij toen als timmerman gaan wonen.
2. ELISABETH COX
Catharina Elisabeth Cox (1793-1856) trouwde in augustus 1814 met Peter Michel Wijnants (1786-1861), geboren te Tudderen in 1786 als zoon van Derick Wijnants en Gertreudt Kuipers. Voor zijn huwelijk woonde hij in Roermond. Het echtpaar kreeg vijf kinderen.
Elisabeth erfde ruim 45 are op het Schuttekempke: een huis met stal en plaats en akkerland (p.192 en 199/201). Het gebouw stond ook al ingetekend op de kaart uit 1766. Vermoedelijk was het de schuur met de stal, die later deels tot woning werd verbouwd. Hier woonde het gezin Wijnants en sedert zijn huwelijk in april 1854 ook Martin Willems (*1828) uit Swalmen. Zijn broer Jan woonde toen als pachter in de Straat. Met de dochter des huizes Gertrudis (1822-1887) kreeg Martin vier kinderen. |