Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.46  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

HUIS EN HAARD

"...alwaer sigh bevindt eene ledighe waterachtige plaetse, die hij soude gedencken aen te vullen, ende mit verhooginghe van aerde legier te maecken om eene wooninghe daerop te stellen."
In de stad was men eerder dan op het platteland overgegaan tot het gebruik van baksteen als bouwmateriaal. Huizen van hout en leem vielen sneller ten prooi aan vuur dan gebouwen van steen en waren ook minder duurzaam. Belangrijk was tevens het gebruik van pannen als dakbedekking in plaats van riet of stro. Ook de stadsmuur moest herhaaldelijk verstevigd worden, zoals nog in 1705, toen aan het bolwerk grote aktiviteit werd ontplooid in verband met de krijgstroebelen van de Spaanse successie-oorlog. In Roermond had men al vroeg behoefte aan klei voor het maken van baksteen. De stad had te Maasniel gronden in eigendom, waar zij naar oud recht voor eigen gebruik kon tiggelen.
In 1421 klaagde Johan van Loon, vrijheer van Dalenbroek, dat de stad Roermond in de vrijheerlijkheid bakovens had geplaatst en turf en leem had gestoken om te tiggelen; wat hij berekende op een kapitale schade van meer dan tweeduizend gulden. De stad liet daarop meerdere getuigen opdraven om haar oude rechten te laten bevestigen. Al meer dan veertig jaar had de stad het gemeenterecht op het Nyeler ven, om er turf te steken en daarmee de bakovens op haar tiggelgronden te stoken.De grond, waarop die van Roermond "steenden", had de stad voorheen aangekocht en betaald met alle rechten van dien '). Deze gronden waren gelegen nabij het huidige sportpark de Wijher. In eeuwenoude overdrachten werd hiervan reeds melding gemaakt. Deze tiegelrije werd al in 1383 genoemd bij de verkoop van grond. Een eeuw later verkocht de stad Roermond aan het kartuizerklooster het land aan "den alden tiegelkuylen, gelegen op der tiegelijen in den gericht van Nyell", bijna vijf bunders groot.


De begrenzing werd vrij nauwkeurig omschreven: vanaf de heg van de kartuizers langs de weg bij de oude tygelaoven, waar de renneboem stond en de straat lopende van de steenput, langs de wal opgaande richting Elmpt.
In 1682 werden hier nog genoemd de Tegelkamp en de Wijerskuelen en honderd jaar later heette het nog de Tichelkuylen, terwijl het overige toen in beslag werd genomen door 't huusken Dennemercken. De Wijerhof werd aldus gesticht op oude tiggelgrond waar enige wijers (=poelen) na het afgraven waren achtergebleven. Reeds in 1429 verkochten Dederich Man en zijn vrouw Gertruyde aan de paters een bunder land aan Carthuyzers tiegelkuylen 2). Niet alleen het kartuizerklooster in de stad werd met stenen uit Maasniel gemetseld!
Naderhand stelde men aan de overkant van de weg enkele steenovens op en werd de grond afgegraven, waarna een moerassige onvruchtbare laagte overbleef, ongeveer achttien morgen groot, met "sompen ende morselingen ende stucke van gebacke steenen". In 1650 werd der stadt Tiegelerie verkocht aan haar gouverneur, kolonel Francoit Bitot, die hier het vrij- adellijk huis de Tichelarije liet bouwen. (kaart 25)

DE LEIGRAAF
Vanwege deze afgravingen moet achter het dorp het oorspronkelijke landschap ingrijpende veranderingen hebben ondergaan. Hier werd in de 14e eeuw een deel van het Nieler bos gerooid en de grond werd afgegraven om te tiggelen. De aldus ontstane laagten maakten een uitgebreid slotennet noodzakelijk. De steenbakkers lieten het water uit de tiegelkuilen in de leigraaf weglopen. Het landgoed de Mouthagen en Wijershof waren doorsneden met een netwerk van sloten, waarin het water uiteindelijk via de leigraaf richting Asselt werd afgevoerd.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.46  

Eerste  Vorige  41 42 43 44 45 46 47 48 49 50   Volgende  Laatste