Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.421  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Via het gericht eiste hij het huis voor zich op. Zijn vermoeden was juist geweest, want in die jaren ging Coen Hommen boeren op de pachthof van de jezuïeten. Thijs heeft huis en hof inderdaad teruggekregen. (Daarna bouwde Coen zijn eigen huis verderop aan de beek in Het Kempken aan het valderen.) Het huis was belast met een jaarlijkse cijns van 1 vat rogge en 10 stuivers aan kerkepacht en 2 kapoenen en 7 stuivers aan de vrijheer. Via deze erfcijns en de vermelding van de buren, was het mogelijk dit huis nader te identificeren. De lijst van eigenaars gaat via Herman van Elmpt terug tot Gerardt op Cloestershoff in de 16e eeuw. De boomgaard was oorspronkelijk kerkeland.
Thijs begon hier een brouwerij met herberg. In meerdere archiefstukken werd daarvan melding gemaakt. Mogen we aannemen, dat ook Peter Bossman in 1630 hier al een herberg voerde? In dat jaar berekende hij immers 6 gulden en 8 stuivers voor een aam bier en een fles wijn aan de gemeente. In de brouwerij van Aelmans werden verschillende bieren gebrouwen, die we echter alleen bij naam kennen. Er werd middel bier getapt, wat niet hetzelfde is als half en half bier. Ook goed bier en klein bier werd er geschonken.
Het echtpaar Aelmans kreeg vijf kinderen: Marie, Neesken, Neulken, Jan en Dirrick. Na het overlijden van de vader hertrouwde de weduwe in november 1685 met Thijs Thijssen, zoon van buurman Joost en zelf ook weduwnaar van Gertruydt Baeckhoven. Uit eerste huwelijk had hij twee kinderen: Anna en Marie Tissen. Reeds drie maanden na de trouwdag werd dochter Geutery geboren. Daarna volgde nog hun zoon Joost.
De herberg in het dorp en de vier morgen akkerland zouden naderhand natuurlijk aan de kinderen Aelmans toevallen, terwijl de voor-kinderen van Thijs hun deel hadden in de nalatenschap van hun grootvaders Corst Baeckhoven en Joost Tissen.
Om die reden kochten Thijs en Trincken in 1686 van de erfgenamen van wijlen Rut Rutten een huis met moestuin en boomgaard aan het Cleen Broeck, zodat hun twee na-kinderen niet onbemiddeld zouden achterblijven. Aanvankelijk hebben zij het huis verhuurd aan Thijs Geurts en naderhand aan Peter Peters, getrouwd met Neesken Aelmans.

Zelf bleven zij wonen in de herberg in de Moeshoven, waar Thijs het werk in de brouwerij voortzette.

TRINCKEN AELMANS
Catharina Jansen was een dochter van Jan Cillen en Alitgen Slouns. Zo kon zij in 1682 ook Catharina Cillen genoemd worden. Haar zoons Jan en Dirck werden vernoemd naar de beide grootvaders. Naar eigen zeggen hadden haar ouders 28 jaar op Kloostershof geboerd. Dat mag dan misschien gelden voor haar moeder, die daar in 1694 stierf. Twintig jaar daarvoor was Alitgen hertrouwd met Jan van Herten van Kruisbroerenhof te Roer. Jan Janssen nam toen de halfwinning op de pachthoeve van de Munsterabdij over.
In het dorp stond Catharina beter bekend als Trincken Aelmans, zo genoemd naar haar eerste ehebed. Ook sprak men steeds over de herberg van Trincken Aelmans. Dat klink heel anders dan: "de weduwe van Thijs Aelmans". In Maasniel waren toen wel meer vrouwen die uit de schaduw van hun man traden. Ook na het overlijden van Thijs Thijssen in november 1702 behield de weduwe het tochtrecht op huis en hof nog jaren voor zich. Ook de vrij late erfdeling onder de kinderen Aelmans in 1719 duidt er op, dat Trincken tot haar overlijden de familiezaken regelde.
Drie koeien stonden in de stal en op het erf liepen enkele ganzen rond. Achter het huis stonden 16 bijenkorven en voor de akkerwinning was er een paard. Naast huis en hof met schuur, brouwhuis, stallingen, boomgaard en moestuin, beschikten de erven Aelmans nog over 4 morgen akkerland. Daartoe behoorden ook twee kleinere akkers in Asenray, afkomstig van Trinckens grootvader Sill Lyntgens. De zoons akkerden niet alleen op eigen land, maar hun moeder had ook nog ander bouwland in pacht genomen. In 1687 werd vermeld, dat Trincken Aelmans sinds enkele jaren een bunder in Baetzeveltjen had gepacht. Iedere herbergier was ook wel een beetje boer, ook al was de herberg, zoals in dit geval, meer dan zomaar een tapperij. Hier werden ook bruiloften en lijk- malen gehouden. De schutterij kwam er op kermiszondag in de schuur voltallig bijeen.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.421  

Eerste  Vorige  416 417 418 419 420 421 422 423 424 425   Volgende  Laatste