Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.328  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Gerrit stierf in 1673, waarna de weduwe in februari 1674 hertrouwde met Jan Naus. De twee zoons uit dit huwelijk, Godefridus (1674) en Joannes Naus (1677), zijn eveneens in de kinderjaren gestorven. Jan Naus nam de halfwinning op de boerderij over. Al in 1680 stierf Catharina Minckenbergh. Ruth en Gerardt Schrijvers werden nu door hun stiefvader opgevoed. In oktober van dat jaar werd namelijk een overeenkomst gesloten tussen hun ooms en voogden: Peter Schrivers, schepen te Buggenum, en Johan Schrivers, schepen te Maasniel, en ter andere zijde Jan Naus. Hij was de kinderen o.a. nog 1517 gulden schuldig vanwege het huisraad en de meubelen en ander roerend goed, zoals akkergerei, dat hij had overgenomen. Andere schulden werden hem kwijtgescholden, onder belofte de beide jongens eerlijk en deugdelijk op te voeden in de vreze Gods en ze lezen en schrijven te laten leren.

KLOOSTERSHOF
Rutger moet niet lang daarna overleden zijn, waardoor Gerardt Schrijvers (16711746), de jongste van acht kinderen, de enige was die deze tak van de familie Schrijvers voortzette. Van zijn ouders erfde hij o.a. drie morgen land te Leeuwen. In mei 1698 trouwde hij te Roermond met Gertrudis Verbeeck en ging aanvankelijk in Leeuwen wonen als huurder. Daar kocht hij in later jaren de boerderij van de erfgenamen Coenen, maar ging er niet zelf wonen. In 1712 nam hij Kloostershof* aan het Gebroek in halfwinning. Na zijn overlijden nam zoon Graedus (1700-1781) de pacht van zijn vader over, terwijl Peter Schrijvers (+1753) eveneens als pachter ging wonen aan de Kapel in het Zand.

JAN NAUS
In juni 1681 trouwde Jan Naus van Leiven in de kerk van Herkenbosch met Joanna Maria Coenen. Het jaar daarop werd hij in Maasniel tot schepen benoemd. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren, waarvan hier alleen genoemd worden de zoons Albert (1686), Mathias (1690) en Christopher (1691); de anderen stierven jong.

Als doopgetuigen traden geregeld familieleden op van Jan Naus, maar zij waren geen inwoners van het kerspel Maasniel. De herkomst van Jan Naus moet dan ook elders onder de grote boeren uit de omgeving gezocht worden. In 1687 trad buurman Thijs Willems als doopgetuige op namens Joes Meckers, pastoor te Wassenberg. De relatie met Henricus Henrici, peter in 1691, is duidelijker: hij werd namelijk genoemd "receptor Capituli" en trad dus namens de kapittelheren op en de dopeling stond onder de bescherming van de H. Christoffel. Wanneer we nog even terugblikken, dan zien we, dat uit de vier elkaar opvolgende huwelijken zestien kinderen werden geboren. De kindersterfte op de Kapittelhof was groot: slechts vijf van hen zouden de kinderjaren overleven.

VEESTAPEL
Jan Naus behoorde zeker tot de grotere boeren in Leeuwen. Dat blijkt wel uit de latere boedelbeschrijving. Aan beesten had hij toen drie paarden en een veulen, negen koeien, drie runderen en vijf kalveren, 49 schapen (waarbij nog 33 schapen van anderen tot de kudde waren gevoegd). Verder werden toen 36 varkens geteld: 5 mestvarkens, 13 vaselvercken, 4 kremen, 4 jonge zeugen (gilsen) en 10 bargen (burgh). Tevens deed boer Naus op bescheiden schaal aan bijenteelt. De kapittelhof lag ingeklemd tussen de beek en de Borgh, waarvan zij oorspronkelijk deel moet hebben uitgemaakt. Huis en hof waren ongeveer een morgen groot. Verder had de boer nog zo'n dertig bunder akker- en weideland ter beschikking, waartoe ook de Dinghbanck aan het Schoor behoorde: ongeveer zeventien morgen akkerland.
In 1698 stond in de bevolkingslijst onder Leeuwen vermeld: Jan Naus, vrouw, vijf kinderen, vijf knechten en vier dienstmeiden. Jehenne Coenen was evenwel in december 1697 gestorven. Een klein jaar later was Jan Naus hertrouwd met Sophia Janssen uit Swalmen, weduwe van Jacob Cuypers. Zij nam haar 16-jarige dochter Petronella mee. Een maand voor het overlijden van haar moeder trouwde het meisje in april 1701 met Jan Willems aan het Speebeekje. Sindsdien woonde zij als herbergierster op Mijnheerkens.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.328  

Eerste  Vorige  323 324 325 326 327 328 329 330 331 332   Volgende  Laatste