Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.235  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

PACHT ANNO 1790.

In het "Frans Archief" te Maastricht staat beschreven wat de pachter op Kloostershof jaarlijks moest leveren. De huur van de boerderij bedroeg 208 "Iivres de France". De pacht in natura was toen als volgt.

2 malder zaaikoren:
3 malder tarwe:
1 malder erwten: 32 malder rogge: 19 malder gerst:
16 malder boekweit:
14 malder haver:
16 malder weit?:

100 eieren
6 pond was
6 pond suiker
1 pond muskaat
1 pond kruidnagelen
2 pond peper
2 pond gember
2 karren knolraap
2 karren bieten

 

Boer Schrijvers was hierdoor genoodzaakt om meerdere veulyns ofte peerden aen te quecken, om toch nog naar behoren aan de eigen akkerwinning toe te komen, want geen der andere boeren was bereid geweest hem te helpen.
In de vroege ochtend van de achtste mei 1747, toen Fridus de knecht niets vermoedend om de boerderij liep, vond hij op de misthof aan de varkensstal een pasgeboren kind in een oude doek gefoddelt. Later wist hij zich te herinneren, dat hij die ochtend een man had gezien, die zich door het veld uit de voeten maakte en bij De Nootenboom afsloeg. Het kind werd Pauline gedoopt. Het meisje stierf op 23-jarige leeftijd.
Fridus Schrijvers (1702-1776), die ongehuwd bleef, werkte bij zijn broer als knecht op de boerderij, totdat hij in 1760 ging wonen aan de dorpsstraat in Niel in het huis van zijn overleden zus. Catharina Schrijvers (1699-1760) trouwde tegen 1728 met Hendrick Timmermans jr. zoon van Stoffel. In 1731 kochten zij van Elisabeth Hovens, de weduwe Baeckhoven, een huis met schuur, erf en stalling in de dorpsstraat. Drie jaar lang beheerde Hendrick Timmermans de armenkas van de gemeente, waarna hij in 1743 tot schepen werd benoemd. Het echtpaar bleef kinderloos en na het overlijden van haar man in oktober 1752 erfde Catharina al zijn bezittingen. Huis en hof gingen nadien over op haar broer Gradus Schrijvers.
Ook Gradus is tot zijn overlijden schepen geweest.
De eerste keer werd hij als zodanig aangesproken in januari 1759.
In 1766 werd de pacht opgezegd. Schepen Schrijvers ging toen in het dorp wonen. Hij werd dat jaar aangeslagen voor 3 koeien en een wachelter-ketel. Hij had ook akkerland van zijn eigen. In de tijd dat hij nog op Kloostershof boerde had hij het nodige akkerland aangekocht. In 1750 kocht hij van de weduwe Blondel de helft van een bunder op het Loyerveld voor 70 pattacons: waarvan hij later ook de wederhelft verwierf. Enkele jaren later kocht hij voor 540 pattacons 7% morgen in drie percelen van barones de Witten horst op De Tegelarije. En tenslotte in 1764, samen met zijn schoonzoon Jan Lintgens, elk de helft van zes morgen in het Tegelarijeveld.
Dit keer voor nog eens 460 pattacons.
In 1774 verzekerden Gradus Schrijvers en Sybilla Peters hun dochter Gertrudis (17371815) van een jaarlijkse speel rente of spe/legelt van twaalf pattacons. Als soeur Marie-Francisca was zij in het klooster te Stockum gaan wonen. Als zekerheid stelde het ouderpaar 3 morgen akkerland aan de Jagerstraat. In de rumoerige tijd rond 1800 werd het klooster opgeheven.
De vrouw overleed te Maasniel in de schoot der familie.
Gradus bleef in het dorp wonen tot zijn overlijden in april 1781. Evenals zijn broer Fridus werd schepen Schrijvers in de kerk begraven. Drie maanden later stierf de weduwe Sibilla Peters, halferse op Cloostershoff!

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan RuitenĀ©

pag.235  

Eerste  Vorige  230 231 232 233 234 235 236 237 238 239   Volgende  Laatste