Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.223  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

De paters waren dus op eigen voordeel uitgeweest. (Na het overlijden van Bitot zou de sociëteit van Jesus zich eigenaresse van het edelmansgoed kunnen noemen, met alle voordelen van dien. Door het tweede huwelijk van de kolonel met Anna Clara van Zoutelande is voor de paters aan deze verwachting een einde gekomen.) Ook de bewering, dat De Tegelarije ondertussen in "vreemde handen" was gevallen en dat de vrijdom van het huis had opgehouden met het overlijden van wijlen kolonel Bitot, hield niet lang stand. En van Beuningen kon aantonen, dat de privileges in 1650 aan de gouverneur waren vergund, maar ook aan sijne erffgenaemen ofte wettige besitters van De Tegelarije.
De regeerders van Maasniel bleven volhouden. In de nabije omgeving waren dergelijke privilegiën inmiddels afgeschaft, zo wisten zij te melden. In deze moeilijke tijden van krijgsrumoer en andere perikelen was daarvoor geen plaats meer. Verder was men van mening, dat de ene inwoner van een gemeente niet in betere conditie mocht worden gehouden dan de andere.
(De Franse Revolutie van vrijheid, gelijkheid en broederschap zou nog meer dan een halve eeuw op zich laten wachten!) Gemene lasten moesten gezamenlijk gedragen worden, zo werd beweerd. Het kon toch niet de bedoeling zijn, dat mensen als van Beuningen waren vrijgesteld van plichten en lasten die de schaemele inwoonders (wel) soude moeten draegen.
Daarbij kwam nog dat de jaarlijkse bijdragen van de gemeente aan het rijk tot onderhoud van het legervolk meer dan verdubbeld waren sedert mensenheugenis.
Waren de omstandigheden in 1650 dan zoveel beter? Het geweld van de 80-jarige oorlog was net achter de rug, maar het krijgsvolk was gebleven 6). Hoe het Hof van Gelder uiteindelijk in deze kwestie had besloten, mag wel duidelijk blijken uit de volgende notitie in de gemeenterekeningen van 1722. Daarin werd vermeld, dat van Beuningen over 18 morgen land geen schat hoefde te betalen 22).
Maar er is meer. Dat jaar werd de eigenaar van De Tichelarije uit vier kandidaten door de vrijheer tot schepen benoemd.

Schepen Johan Gerard van der Smitzen was acht jaar voordien gestorven. Anno 1723 stond in het bunderboek op naam van dhr. van Beuningen het huis met hof en vijvers: 518 roeden. Ruim 10 morgen op de Schom en 15 morgen akkerland op het Tegelarijeveld en 11 morgen weideland. Bijna 14 morgen in het Mouthagerveld en tenslotte 71,12 morgen op de Donderberg en aan de Hertepael. Alles bij elkaar bijna 21 bunder 23).
In november 1730 was er groot feest op het huis. Anna Maria Carolina van Beuningen was toen getrouwd met Jan-Baptist Fabritius, o.a. eigenaar van Heystershof te Asenray. Het jonge paar ging op De Tegelarije wonen. Enkele maanden later stelt van Beuningen zijn schepenstoel vacant. Als zijn opvolger werd Hendrick Timmermans benoemd.
Een jaar na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde Peter van Beuningen in maart 1735 met Maria Antonetta de Rillaert. Ze mochten niet lang gelukkig zijn, want het jaar daarop stierf de vrouw 24).

BARON VAN WITTEN HORST

Door hoge schuldenlasten genoodzaakt, verkocht Peter van Beuningen in oktober 1736 De Tegelarije met weiden, akkers en aanklevende rechten en gerechtigheden voor 2640 pattacons aan baron van Wittenhorst. Nog geen half jaar later overleed van Beuningen en zijn dochter een dag later.
Hoewel van Beuningen het gelijk aan zijn kant had gekregen, werden de bewoners van De Techelerie toch van tijd tot tijd met militaire logeringen geconfronteerd. Ook de baron had dit -naar eigen zeggen- tot groot nadeel ervaren toen de regeerders van Maasniel bij de komst van de Hessische troepen ook De Tegelarije hiermee hadden belast. Nu hij had vernomen, dat de Hannoverse en andere volkeren in aantocht waren, vroeg hij aan het Hof van verdere inkwartieringen gevrijwaard te worden. Het hoofdgericht verbood inderdaad elke inbreuk op de oude privileges van het huis 25).
De baron heeft De Tegelarije waarschijnlijk alleen als een buitenverblijf aangehouden en zeker niet als woonstee, zoals zijn voorganger van Beuningen.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.223  

Eerste  Vorige  218 219 220 221 222 223 224 225 226 227   Volgende  Laatste