Tekst zoeken   -    Inhoud   -    namen index
 - Vorige - Volgende

Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.156  

Onder de klockenslagh van Neel Asenray en Leeuwen

Het land op de Donderberg en in Asenray behoorden niet tot Steynenhof, maar waren aan anderen verpacht.
Gewoonlijk moest de afgesproken pacht jaarlijks geleverd worden, ongeacht de opbrengsten van het akkerland. In dit opzicht mag 1724 een rampjaar genoemd worden.
Door een ongekende koude midden mei waren de wintervruchten zo goed als verloren. Daarop heerste een lange droogte en hitte, dat ook het zomergraan was verstockt. De oogst kon men nu wel afschrijven en het gras in de weiden en hooilanden was geheel verdord, zodat de beesten moeten te grande gaen. Door tussenkomst van de schepenbank wist Willem Willems het toch gedaan te krijgen, dat het grootste deel van de pacht hem dat jaar werd kwijtgescholden; te weten 22 malder weit, rogge, gerst, spelt en haver en twaalf pattacons voor de graslanden.
Drie jaar later kreeg de halfman dan toch onenigheid met de heer omtrent de pacht.
Willem werd gesommeerd om de achterstallige betalingen alsnog te leveren. Dat was o.a. 14 mal der rogge, 15 mal der gerst en 5 malder haver. Verder nog aan spelt, erwten en reubzaad bij elkaar zo'n 2 malder en 32 pattacons aan geld pacht. De gerichtskasten bedroegen slechts 11 gulden. De halfwinning werd niet direct opgezegd.
Enkele jaren later woonde het gezin nog op Steynenhof. En ziedaar, zonder problemen kon Willem Willems terecht op de Wijerhof achter Maasniel.
Het overlijden van Marie Aelmans staat niet in het kerkregister vermeld, dat eerst weer vanaf 1733 is bewaard gebleven. Zij moet dus eerder gestorven zijn. In 1727 stelde het echtpaar Willems een nieuw onderpand voor een oudere lening. In de tussenliggende jaren moet de vrouw dan gestorven zijn. Misschien heeft zij de verhuizing naar de Wijer (in 1731) nog meegemaakt.

SCHOLTUSHOF

Daarop werd een nieuwe overeenkomst gesloten tussen de vrijheer en Maes Nijssen (1704-1781). De huur van huis, stallen, schuur en boomgaard op Steenerhoff werd op 12 pattacons per jaar gesteld.

De graan pacht van het akkerland, verdeeld over elf percelen, zou de halfman jaarlijks op de zolders van het Huis Dalenbroek leveren. Te weten: 16 malder rogge, 8 malder gerst en 8 mal der boekweit. De overeenkomst gold aanvankelijk voor de duur van zes jaar. Maes was hier geboren en getogen. Nadat zijn stiefvader naar de Wijerhof was vertrokken, nam Maes Nijssen de pacht van de Leeuwerhoff op zich. Hij was in april 1731 te Roermond getrouwd met Joanna Naus, herbergiersdochter van de Valck* te Leeuwen. In 1738 ontstonden er wederom moeilijkheden tussen de pachter en de nieuwe eigenaar van den Leeuwerhoff, Daniël Griffin uit Roermond. Ook dit keer was de halfman een deel van de pacht schuldig gebleven, maar daartegen bracht hij in verweer, dat hij lange tijd geen schuur op de boerderij had en dus elders had moeten huren en de vruchten ook onder de blauwe hemel heeft moeten laten liggen. Voor de nieuwe schuur heeft hij tevens stro en schoven moeten leveren, zonder daarvoor vergoed te zijn.
Bij de overdracht uit 1738, waarbij dhr.
Griffin Steenenhoff met de Leeuwer horsten in onberekend gebruik kreeg aangeboden, werd uitdrukkelijk toegestaan dat hij alle nodige reparaties aan de boerderij kon laten verrichten, zoals dus het timmeren van een nieuwe schuur.
Nu verhuisde Maes met vrouwen kinderen naar het Gebroek. Daar heeft hij o.a. geboerd op Lintgenshof. In 1751 keerde het gezin terug naar Leeuwen en ging wonen op de Kapittelhof.
De pacht van Steynenhof stond sedert pasen 1738 op naam van Sebastiaen Heynen en Gertruydt Emonts (1712-1791). Zij waren het vorig najaar in Asselt getrouwd.
De vrouw was daar geboren als dochter van Gerardt Emons en Agnes Cuypers* en had haar wortels ook in Leeuwer bodem. Haar broer woonde als pachter in Swalmen, terwijl haar zussen Catharina en Petronella Emets resp. boerden op de Rijdt en op Cornelishof in Asenray.
De boerderij ging in 1743 voor 3500 pattacons over op Theodorus Cloudt, de nieuwe schout van Dalenbroek. Zijn schoonbroer, schepen Severijn Haex, was mede-eigenaar. De boerderij werd in die jaren ook wel Scholtushof genoemd.


Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray door Jan Ruiten©

pag.156  

Eerste  Vorige  151 152 153 154 155 156 157 158 159 160   Volgende  Laatste