Toponiemen in Maasniel en Leeuwen en Asenray
Inleiding - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z - Interactieve kaart 1818

INLEIDING


Historische geografie

Het huidige Nederlandse landschap is een cultuurlandschap. De wijze waarop het landschap en de woonomgeving zijn ingericht, is geen onveranderlijk gegeven. Vanaf het begin van de bewoning heeft de mens door bossen te rooien, huizen te bouwen, akkers en weilanden aan te leggen veranderingen in het landschap veroorzaakt. Het vroegere wonen, werken en welvaartsstreven van de mens heeft op veel plaatsen relicten nagelaten in het landschap, zoals grafheuvels, dijken, bruggen, molens, stoomgemalen, kavelvormen, greppels, houtsingels, vesting­werken, kerken, kastelen, buitenplaatsen, woonhuizen, etc. Deze thans nog zichtbare sporen van het handelen van de mens in het verleden vertellen het verhaal van de wonende en werkende mens uit verstreken eeuwen. In die zin bevat het landschap tal van kenmerken die informatie verschaffen over de opeenvolgende aspecten van de bewoningsgeschiedenis.
Vanaf 1945 hebben schaalvergroting, rationalisatie en herindeling het landschap en de nederzettingen op ingrijpende wijze veranderd. De aanspraken die worden gemaakt op het landelijk gebied voor industrieterreinen, landbouw, wegen, woningbouw, recreatievoorzieningen, autokerkhoven, vuilstortplaatsen, pijpleidingen e.d. hebben ertoe geleid dat vele natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische verwijzingen naar het verleden van een gebied zijn vernietigd. De kans bestaat dat in onze tijd door de grootschaligheid van de ingrepen in het landschap regionale verschillen ten aanzien van de bewonings- en ontginnings­ geschiedenis verdwijnen. Hierdoor neemt de informatiewaarde van het landschap af. In dit verband wordt wel gesproken over de nivellering van het landschap.
Zowel de wetenschappelijke als de recreatieve en educatieve waarde van het landschap boetten aan betekenis in. (Borger, 1981).

Toponiemen.

Mensen geven overal namen aan. Dat is een manier om de dingen uit elkaar te houden, om te laten zien dat je ze goed kent of dat ze jouw eigendom zijn. Toponiemen zijn eigenlijk een soort plaatsnamen in de letterlijke zin van het woord. Ook stukken land krijgen gewoonlijk een naam. In zo'n geval spreken we van veldnamen. Toponiemen, kunnen worden onder ander worden onder verdeelt in veldnamen, boerderijnamen, plaats aanduidingen e.d. In vroeger tijden werd de ligging van stukken land beschreven pas later werden ze op topografischekaarten vast gelegd.

Alle voorbeelden in de volgende tekst zijn veldnamen die (ook) in Maasniel voorkomen. Er zijn vele soorten toponiemen. Sommige geven de hoge of lage ligging aan. Maasnielse voorbeelden hiervan zijn Daelackers, Barsberch en Techelkuylen . Andere zeggen iets over de bodemgesteldheid. Schaerbroeck , bijvoorbeeld, betekent braakliggend. 
Soms verwijzen toponiemen naar de (vroegere) begroeiing van het perceel, bijvoorbeeld Heyberg (Heide), Witsengriend (Wilgen) en Aan den Dicken boom, of hebben ze te maken met het (vroegere) gebruik ervan, zoals Hoywaerden paed , Techelkuylen, Schinderskoel.
Er zijn ook namen die aangeven welke dieren er in het gebied huisden (of huizen), zoals Verckensdijck, Ezelskuil en Peertsbroeck, of er werden (of worden) geweid, bijvoorbeeld Koeypas, Schepersheuvelken of Veedrift naar de Heystert .
Weer andere zijn ontleend aan de vorm van het land, zoals Het Schiltjen, aan de grootte van het perceel, bijvoorbeeld Het Mussenboender, of aan de positie, bijvoorbeeld Hertepael en Aan het Rosvalderen.
In toponiemen blijft soms ook de naam van de (vroegere) eigenaar of gebruiker bewaard, zoals in Mijnheerkens , Obersveld, Gasthuijshof en Lintgenshof.
Veldnamen bevatten een schat aan informatie. Helaas zijn ze, onder meer door de ruilverkaveling in de jaren 1970, langzamerhand wat in onbruik geraakt. De komst van GPS zal dit probleem alleen nog maar vergroten. Alleen al omdat ze zo'n geweldige bron van historische kennis van de streek zijn, mogen ze niet verloren gaan.

Hoe zijn de Maasnielse toponiemen bewaard gebleven?
Het meeste verzamelwerk is gedaan door Jan Ruiten die in 1994 het boek "Onder den klockenslagh van
Neel" schreef. Aan de hand van oude kadasterkaarten, bunderboeken, cijnsregisters, keurmeden registers, notarieleakten e.d. zijn heel veel toponiemen te vinden.

Waarom heeft een plaats een bepaalde naam?
Het verklaren van namen is op zich al een valkuil, veel historicie wagen zicht hier niet aan omdat het niet altijd evenduidelijk is of de vertaalslag naar de huidige tijd vaak niet goed mogenlijk is, vaak zijn woorden verloren gegaan of hebben ze een andere betekenis dan elders in het land. Ook afleidingen van bepaalde woorden kan makkelijk een verkeerde verklaring opleveren. Echter is het toch leuk om een poging te wagen, nieuwsgierig als we allemaal zijn proberen we toch een oorzaak te vinden waarom een bepaalde plaats juist die naam heeft gekregen.

Vanuit toponymisch oogpunt is er namelijk ook weinig positiefs te melden over het kadaster. Enkele vrij weergegeven citaten zullen dit verduidelijken: "Het kadaster is waardeloos met betrekking tot de toponiemen" . Het kadaster negeerde de oude namen bewust om het gebruik van de nieuwe kadastrale aanduiding te bevorderen. De veldnamen die wel op de minuutplans voorkomen, zijn vaak verhollandst en moeten gecorrigeerd worden . Bij het verhollandsen zijn namen eigendunkelijk veranderd en verknoeid. Echter de voorgangers maken de soortgelijke "fouten" schrijfwijzen veranderen, gebieden veranderen van eigenaar, grootten veranderen en het copieëren van elkaar veroorzaakt hardnekkige fouten. Kortom voor de historicus genoeg te vorsen.

Ook deze site is niet heilig en zal fouten bevatten, aanvullen en verbeteren kan altijd nog. Uw reacties zijn (ook om die reden) van harte welkom.

Inleiding - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z - Interactieve kaart 1818
29-07-2008