-->

Dodelijk ongeluk maart 1857

"DE ROERMONDENAAR" 28 maart 1857.

Binnenland.

        Roermond 28 Maart. Een droevig ongeluk was het noodlottig gevolg van een getier, bekend onder den naam van Charivarie, welk verleden woensdag avond omstreeks elf ure, onder de gemeente Maasniel, nabij onze stad plaats had.
         Aan de woning van zekeren persoon werd geraas gemaakt en met steenen tegen de deur geworpen. De tegenwoordigheid der maréchaussées kon dit niet beletten; op hun herhaald verzoek om zich te verwijderen, zonder dat hieraan gevolg gegeven werd, maakten zij gebruik van hunne wapens, en schoten eenige malen met  losse polver, denkende hierdoor de rust te kunnen herstellen; een dezer maréchaussées krijgt hierop een steen in `t aangezigt juist toen hij bezig was met het laden van zijn geweer, waardoor hij bedwelmd vergat den laadstok aftenemen. Het schot had ten gevolge, dat een der toeschouwers doodelijk in den rug gewond werd.

De justitie doet onderzoek.

TERUG


Het verhaal volgens Jan Ruiten in "Onder den Klockenslagh van Neel" 

Bij ongeregeldheden kon ook de marechaussee uit de brigade van Roermond worden ingezet. Een treffen tussen twee dienders en een groep jongeren aan de Broekhin, liep noodlottig af voor de 24-jarige Frans Verstegen. De jongens vertelden naderhand hun verhaal aan de burgemeester. Voordat de marechaussees aankwamen moeten er al ongeregeldheden geweest zijn. Zij begonnen meteen iedereen in de herberg van Lintjens te ondervragen. Zonder resultaat overigens. Daarop gingen zij naar de herberg van Graus, ook aan de Broekhin. Toen werd wederom met stenen naar het huis gegooid. De twee marechaussees kwamen naar buiten en sommeerden de jongelui naar huis te gaan. De jongens wilden niet eerder vertrekken dan dat een hunner, die vastgehouden werd, ook vrijuit ging. Daarop trok een der marechaussees een pistool en loste een schot, zeggende: "Kent gij dat? Ook dat is Hollands!" Het derde schot raakte de jonge Frans 29. Hoewel de dokter erbij gehaald werd, stierf de jongeman twee weken later aan zijn verwondingen. "De Roermondernaar" van 28 maart 1857 berichtte in haar wekelijkse uitgave over dit droevig ongeluk. De krant gaf een andere versie van het verhaal. Duidelijk is wel, dat de jongelui niets moesten hebben van Hollandse overheidsdienaars. Hun aanwezigheid (en hun optreden?) werkte eerder als een rode lap.

29 archief Roermond (gemeente Maasniel  i.v.n. 555)