-->
"DE VOLKSVRIEND" Zat. 7-9-1861.
- Jongstleden Dingsdag achtermiddag ten
half drie ure, had de plegtige aanstelling plaats van den heer J.
Wackers, in hoedanigheid van Burgemeester der gemeente Maasniel.
Eene eerewacht bestaande uit veertig goed uitgedoste
personen, op fiksche rossen gezeten, was reeds vroeg in den namiddag
door Roermonds straten heen gerend, om het hoofd hunner gemeente aan de
zoogenaamde Michielsbrug te gaan afwachten, alwaar door haren
kommandant den heer Willem Janssen, de Burgemeester bij zijne aankomst
welmeenend begroet werd. Na deze toespraak te heben beantwoord, begaf de
heer Wackers, die met den oudsten wethouder als waarnemend Burgemeester
en den secretaris der gemeente in een open rijtuig had zitting genomen,
begeleid door de eerewacht, zich naar Maasniel.
Ter hoogte van den herbergier Geraedts op den
grooten weg van Roermond naar Venlo, wachtte hem eene eerewacht van
veertig personen te voet, wier aanvoerder de heer Jan Smeets den nieuw
benoemden Burgemeester, bij het betreden van den bodem der gemeente,
waarvan de hoofdleiding aan zijne goede zorgen is toevertrouwd,
in ronde taal een hartelijk welkom heette. Van daar zette de stoet
zich in beweging, om in de volgende orde: de eerewacht te voet, de
staf-muziek van het 5e regement dragonders die hare welluidende toonen
over de ruime omtrekken deed weergalmen, een detachement der eerewacht
te paard, het rijtuig des Burgemeesters en een tweede detachement der
eerewacht te paard, zich over de Broekhin, alwaar de schoolkinderen zich
bevonden met hunnen verdienstelijken onderwijzer den heer Simons, die
eene zeer sierlijke rede hield, door de Beekstraat, onder het aanhoudend
klokkengelui en de onvermoeide vreugdekreten en achtings betuigingen der
gemeentenaren, naar het Raadhuis te begeven. Aan het raadhuis gekomen,
werd den Burgemeester voor den hoofdingang door een zestal in het wit
gekleede bruidjes den eerewijn alsook bloemen en boeketten aangeboden,
terwijl de waarnemende burgemeester de heer J. Lintjens eene passende
redevoering hield, die door den heer Wackers op eene gevoelvolle wijze
werd beantwoord.
De zaal van het
raadhuis binnen getreden zijnde, werd de gevierde magistraat door een
aantal der notabelste ingezetenen, die zich aldaar tot dat einde
verzameld hadden, op de ongeveindste wijze verwelkomd.
Na eenige tijd in het midden
dezer aanzienlijke schaar vertoefd en menigen heildronk te hebben
geledigd, zette de stoet zich andermaal in beweging en trok, de spelende
muziek aan het hoofd, door de met groene praalbogen rijkelijk bezette
straten, waarvan de huizen met vlaggen versierd waren, en waarin hier en
daar passende gedichten en jaarschriften waren aangebragt, naar de fraai
opgesmukte woning des Burgemeesters, gelegen in het gehucht Leeuwen.
Alvorens zijne woning binnen te treden, werd
de heer Wackers door de heeren J. Sillen en J. Gabriëls op eene
indrukwekkende wijze toegesproken. Vele genoodigden namen toen deel aan
een kostelijken en goed voorzienen disch, waar opregte vrolijkheid
heerschtte, terwijl meerdere toasten op den Burgemeester en zijne
hoogbejaarde moeder, onder aller bijval werden uitgebragt.
Des avonds bezocht de heer Wackers, met
zijne gasten en omgeven door talrijke vrienden de kom zijner gemeente,
alwaar in levendige opgeruimdheid de feestviering tot laat in den avond
rustig werd voortgezet. Maasniel zal nog langen tijd dezen voor haar zoo
heugelijken dag in aangename herinnering houden.
|